De familie van Rhobi (12) uit Masanga, Tanzania, probeerde drie keer het meisje te laten besnijden. Telkens wist ze net op tijd te ontsnappen aan de gevaarlijke traditie van genitale verminking. Het vergt veel moed om tegen de norm en wensen van de familie en gemeenschap in te gaan. Wij zorgen ook in coronatijd dat meisjes als Rhobi niet van de radar verdwijnen en helpen besnijdenis te voorkomen.
Rhobi is lid Kuria-gemeenschap in Tanzania. De meeste ouders zien hun dochters het liefst jong trouwen. Het is traditie dat meisjes na hun besnijdenis worden uitgehuwelijkt. Onderwijs is ondergeschikt. Dat gold ook voor Rhobi. Als oudste dochter in een gezin met acht kinderen deed ze het huishouden en werkte ze mee op het land. Ze werd niet gestimuleerd om naar school te gaan. Integendeel. Door het vele werk lukte het haar nooit om vijf dagen per week naar school te gaan.
Ondanks dat ze niet elke dag naar school ging, leerde Rhobi een belangrijke les: de voorbereiding herkennen van een besnijdenisceremonie. Toen ze vorig jaar oktober thuiskwam van school zag ze de eerste signalen. Zij besefte dat zij als oudste meisje van het gezin aan de beurt was. Ondanks dat ze pas 11 jaar was. Omdat ze had geleerd dat ceremonies vroeg in de morgen plaatsvinden, was ze nog voor de volgende ochtend het huis ontvlucht.
‘Toen in oktober vorig jaar het besnijdenisseizoen begon, zeiden mijn ouders en andere stamleden dat het tijd was dat ik besneden en uitgehuwelijkt zou worden. Iedereen was tegen mij. Ik voelde mij zo in de steek gelaten, niemand hield van mij of gaf om mij.’
Een meisje van de Kuria gemeenschap dat weigert besneden te worden, is niet zomaar een opstandige tiener die niet doet wat haar ouders willen. Het betekent dat ze ingaat tegen de sterke culturele en sociale normen van haar gemeenschap, dat ze tradities weigert. Verbanning is vaak het gevolg.
De avond dat Rhobi ontsnapte, rende ze letterlijk de hele weg naar het veilige opvangtehuis van onze partner dat er speciaal is voor meisjes als Rhobi. Een plek waar ze vaker zou terugkeren om te ontkomen aan een gedwongen besnijdenis. De tweede keer dat Rhobi de veiligheid zocht van deze veilige opvangplek was nadat haar ouders heimelijk met met medewerkers van school hadden afgesproken dat zij haar in de pauze zouden ontvoeren. De derde keer was na een verzoeningsbijeenkomst tussen medewerkers van het opvanghuis, Rhobi en haar ouders. De ouders hadden toegezegd dat zij hun dochter niet zouden dwingen tot besnijdenis. Na het besnijdenisseizoen ging Rhobi naar huis. De man aan wie zij werd uitgehuwelijkt had echter een hogere bruidsschat aan haar ouders beloofd als Rhobi toch besneden zou worden.
In alle drie de gevallen is Rhobi gelukkig op tijd gered. Het was voor haar uiteindelijk te gevaarlijk om thuis te blijven wonen. Rhobi is teruggegaan naar het opvanghuis van onze partner waar ze nu nog steeds woont. In de beginperiode van corona waren de scholen gesloten. Maar ook nu de scholen weer open zijn, gaat Rhobi daar niet meer terug. Op die school was ze niet veilig. Ze krijgt sindsdien les op het terrein van het opvanghuis waar ook een school is gevestigd.
‘Ik ben nu op een veilige plek waar mensen zijn die echt om mij geven. Ik ben gelukkig’, zegt Rhobi. Het meisje gebruikt haar persoonlijke ervaring om andere meisjes te waarschuwen die dezelfde risico’s lopen. Ze is sinds kort lid van de kinderrechtenclub op school. Ze geeft voorlichting over genitale verminking en het jong uithuwelijken van meisjes. Later wil ze sociaal werker worden. ‘Ik wil mijn kennis en ervaring inzetten om slachtoffers van kindermishandeling te ondersteunen.’