De regio Mwanza is een gebied waar verhandelde kinderen vandaan komen, doorheen reizen en naar toe gaan. Kinderhandel voor huishoudelijk werk is de belangrijkste vorm van kinderhandel in Tanzania. Het wordt gefaciliteerd door gewetenloze mensen die de traditionele zorg voor pleegkinderen misbruiken en hen als huishoudelijke slaven laten werken. Familieleden, vrienden of tussenpersonen spelen een belangrijke rol door hun kinderen zonder het te weten overdragen aan mensenhandelaren die kinderen in huishoudens plaatsen.

De regering van Tanzania heeft verschillende stappen ondernomen om mensenhandel tegen te gaan door middel van verschillende wetten, beleid en regelgeving. Ondanks alle inspanningen blijven kinderen, voornamelijk uit verarmde plattelandsgebieden, kwetsbaar voor kinderhandel. De handelaren buiten kinderen uit in huishoudelijke slavernij, in sekshandel en als dwangarbeiders op boerderijen, in de visvangst, de informele commerciële sector, of als arbeiders in goud- en edelsteenmijnen.

Tanzania heeft een aantal instanties die een rol spelen bij de aanpak van uitbuiting en misbruik van kinderen, waaronder online uitbuiting en misbruik van kinderen. Deze instellingen zijn onder andere comités voor de bescherming van vrouwen en kinderen op dorps- of gemeenschapsniveau tot de veertien One Stop Centres, die brede hulp kunnen bieden zoals medische, psychosociale en juridische hulp in een kindvriendelijke omgeving.

Ook kinderen in Tanzania hebben te maken online seksuele uitbuiting en misbruik. De meerderheid (67%) van de kinderen tussen 12 en 17 jaar heeft toegang tot het internet. Zeker 4% van de internetgebruikers in deze leeftijdsgroep was slachtoffer van ernstige gevallen van online seksuele uitbuiting en misbruik.

In Tanzania worden veelbelovende initiatieven ondernomen om deze vorm van misbruik aan te pakken, maar er is meer bewustwording en versterking van de systemen nodig: de overheid, openbare instellingen en de samenleving kunnen een bijdrage leveren aan de bestrijding van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen.

Genitale verminking bij vrouwen is illegaal in Tanzania, maar sommige gemeenschappen in de Mara regio zien het nog steeds als een belangrijk cultureel gebruik. Dit is een van de belangrijkste oorzaken van het hoge percentage vroegtijdige schoolverlaters en kinderhuwelijken in de regio. Volgens het Tanzania National Bureau of Statistics (2012) ondergaat naar schatting 75% van de meisjes tussen 9 en 16 jaar jaarlijks genitale verminking in het Tarime-district.

In de meeste gemeenschappen waar dit gebeurt, wordt genitale verminking uitgevoerd als overgangsritueel. De overtuiging is dat het seksuele verlangens van de vrouw voorkomt en daarmee seksueel gedrag en ontrouw in het huwelijk tegengaat. De traditie dwingt kinderen om vroegtijdig te trouwen omdat men gelooft dat het “besneden” meisje klaar is voor het huwelijk en mannen de voorkeur geven aan jonge besneden meisjes om te trouwen. Dit levert de families financieel voordeel op door de hoge bruidsschat die voor jonge besneden meisjes wordt betaald.

De diepgewortelde discriminatie van kinderen met een beperking in het land zorgt ervoor dat veel van hen geïsoleerd bij hun familie wonen. Zij zijn onzichtbaar voor de maatschappij en worden vaak binnenshuis gehouden; deze kinderen hebben minder contact met leeftijdsgenoten of volwassenen die zij in vertrouwen zouden kunnen nemen. Het stigma rond handicaps kan ertoe leiden dat hun behoeften en rechten worden genegeerd door gemeenschappen, autoriteiten en families. Jongens en meisjes met een beperking, kinderen met albinisme en autisme zijn bijzonder kwetsbaar voor geweld en uitbuiting in Tanzania. Deze kinderen hebben bovendien zelden toegang tot onderwijs, kinderbescherming en medische, psychosociale en juridische hulp.

Meisjes met een beperking zijn dubbel gedupeerd omdat ze ook verhandeld worden voor kinderarbeid (bedelen op straat) en gedwongen huwelijken als gevolg van besnijdenis, wat de overlevings-, ontwikkelings-, beschermings- en participatierechten van meisjes in gevaar brengt.

Volgens onderzoek van het ‘Tanzania National Bureau of Statistics’ (2016) neemt de landbouwsector ten minste 28,8% van de gevallen van kinderarbeid voor zijn rekening. Recente statistieken van het ‘US Bureau of International Labour Affairs’ geven aan dat 94% van de werkende kinderen in Tanzania in de landbouwsector werken, de meesten zijn tussen de 5 en 14 jaar oud.

In het rapport staat verder dat deze kinderen onder andere schoolverlater zijn. Bijvoorbeeld omdat ze gedwongen waren vroeg te trouwen, zwanger zijn geraakt, in de steek zijn gelaten, uit zeer arme gezinnen komen, verhandeld zijn of omdat zij met hun ouders mee moeten om te werken.