‘Onlangs vierde ik mijn 40-jarig jubileum bij Terre des Hommes. Ik had me niet gerealiseerd dat de tijd zó snel voorbij was gegaan. Ooit kwam ik in dienst als projectmedewerker, toen Terre des Hommes zich nog vooral op noodhulp richtte. Na een jaar of twee bezocht ik voor het eerst een project, waar ik de kinderen met wie we werken ontmoette. Dat was het moment dat mijn werk echt betekenis kreeg.
Inmiddels ben ik directeur en werk ik weer veel op kantoor. Ik hou me bezig met fondsenwerving, lobbywerk en processen. Belangrijk, maar het liefst werk ik met de kinderen om wie het gaat. Natuurlijk word ik dan soms nog emotioneel. Vooral als ik een van de tien bordelen in Bangladesh bezoek. Veel jonge meisjes zijn daar in het voetspoor van hun moeder getreden. Het raakt me als ik zie hoe verantwoordelijk ze zich voelen om ook te helpen met geld verdienen.
Ik ontmoette bijvoorbeeld eens een meisje van een jaar of 8, Rosy. Terre des Hommes heeft scholen opgezet voor deze kinderen, omdat de maatschappij ze niet accepteert in de reguliere scholen. Na een tijdje mocht Rosy dan toch naar een ‘gewone’ school. Ik bezocht haar en vroeg hoe het met haar ging. Ze zei: “Ik was vooral benieuwd naar de andere meisjes, hoe zij denken en waar ze over praten. Ik was verbaast om te merken dat ze net zo zijn als ik: ze willen gewoon spelen en plezier maken.”
De situatie van kinderen in de bordelen is schrijnend. Meestal krop ik mijn emoties op. Maar nietsdoen is geen optie. En als je zelf van onderwijs hebt genoten, heb je de verantwoordelijkheid om anderen te helpen die niet dat voorrecht hebben gehad. Dus ik probeer mijn werk gewoon zo goed mogelijk te doen. Het helpt om de mooie resultaten te zien. Ik heb de kinderen in bordelen bijvoorbeeld zien uitgroeien tot onafhankelijke, trotse vrouwen. Sommigen konden zelfs hun moeder uit het bordeel bevrijden. Vandaar dat mijn mantra is: geef alle kinderen een kans, ongeacht hun afkomst, zodat ze hun potentieel kunnen benutten.
Ik ben heel trots op Terre des Hommes. We hanteren geen ‘opgelegde’ aanpak, maar we dragen onze kennis en vaardigheden over aan de kinderen en hun families. Zo kunnen ze het stokje overnemen. Ook zijn onze medewerkers heel betrokken: we werken niet voor het geld maar voor het doel. Zo hebben we heel lang niet eens airconditioning op kantoor gehad, om zo kosten te besparen.
De laatste 40 jaar zijn voorbij gevlogen. Maar er is nog zoveel te doen, vooral nu. De pandemie heeft de wereld op z’n kop gezet. Er is minder geld beschikbaar, terwijl de problemen toenemen. Dus ik ben nog niet van plan om te stoppen met werken. Wellicht geen 40 jaar meer, maar toch zeker nog een aantal jaren.’